- verrekenen
- {{verrekenen}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [vereffenen] settle; deduct, adjust; 〈crediteren〉 credit to an account; 〈debiteren〉 debit to an account; 〈uitbetalen〉 pay out♦voorbeelden:1 voorheffingen worden verrekend met de belastingaanslag • previously paid tax will be deducted in the final assessmentiets met iets verrekenen • balance something with somethingII 〈wederkerend werkwoord; zich verrekenen〉1 [zich vertellen] miscalculate2 [bedrogen uitkomen] make a mistake/an error♦voorbeelden:1 hij heeft zich vijf pond verrekend • he was out by five pounds (in his calculation)
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.